Waldhoorn

Café De Waldhoorn   

Inleiding

Het café De Waldhoorn ligt op een strategisch punt in Otterlo. Hier kwamen de Hessenwegen samen en het was typische een kruispunt voor Noord-Zuid en Oost-West verkeer. Op een oude kaart wordt er al melding gemaakt van de herberg ‘De Aanstoot’ gelegen aan de Hoge Harderwijckerweg en dan is dat omstreeks 1560. Het was een pleisterplaats en dat betekende niet alleen rusten maar ook de mogelijkheid om er te eten. De Waldhoorn komt in beeld wanneer er in 1632 twee ramen geplaatst zijn, één gesigneerd door Hendrik Roeters en één gesigneerd door Lubbert Otten. In 1874 is de herbergeigenaar W. van den Heuvel en dan worden de beide ramen weer genoemd. Op de ene ruit staat een afbeelding van een boer te paard die van een tegemoetkomende vrouw een glas bier toegestoken krijgt. Op de andere ruit staat een ploeg met vier paarden, op het voorste paard zit de vermoedelijke ploegrijder en er een man achter de ploeg loopt, de ‘bouwmeester’ en een vrouw komt bij hen met een kruik en een glas bier. In de Bataafs-Franse tijd van 1795-1813 was Jan Willemsen van Ee herbergier van De Waldhoorn. In die tijd stond er ook in Otterlo een bierbrouwerij. Dat was in die tijd, met onbetrouwbaar drinkwater, een heel gewoon gebruik om plaatslijk zelf bier te brouwen. Op 25 mei 1735 werd die brouwerij door Goossen Derksen verkocht voor Fl. 3.500,- aan Evert Mulder en Jansje Thijssen. Evert was ook boer omdat alléén een herberg runnen niet voldoende opleverde om een normaal bestaan te kunnen leiden. In de ‘Roode Lelie’, ook een herberg in Otterlo gelegen in de Dorpsstraat, waar later Transvaal en nog later Jagersrust in zou komen, was Karel Mulder de herbergier. Tot 1893 bleef die herberg in handen van de familie Mulder. Van 1893 tot 1899 was Gerrit Pieters eigenaar van Transvaal. In 1899 kwam het in handen van Arnoldus van Dolder en in 1907 ging het weer over naar Martinus Poelman die het Jagersrust ging noemen.

oge Harderwijckerweg HTerug naar De Waldhoorn.  Een sierflesje, gegeven aan de toenmalige beheerder Gijsbertje Willems-van Ee, gaf al in 1855 al aan wat er te koop was: “Fivat (‘Leve’) Gijsbertje Willems -van Ee, laat nu de jenever maar lopen, want wij hebben meer te kopen”.

De Waldhoorn van Wed. G.W. van Ee, Logement met Vergunning. De schuur diende om de paarden onder te brengen die ververst werden. Foto anno 1906. De militairen uit de Harskamp wisten het Café goed te vinden.

Een groep militairen uit de legerplaats De Harskamp staan hier voor De Waldhoorn in 1918 in Otterlo.

Voor de oorlog woonde er de familie Grevers, bestaande uit Jan, zuster Geurtje en de moeder van Jan. Zoals gebruikelijk in die tijd hield men behalve een café ook een kleine boerderij aan met varkens, kippen en een paar koeien. Verder werd er op kleine schaal wat landbouw bedreven. ’s Zomers werden twee kamers verhuurd aan pensiongasten. Jan was dus boer, kastelein, landbouwer en gastheer tegelijk. Maar het kon dus voorkomen dat wanneer de bel ging Jan zomaar van onder de koe uitkwam en de gast een borreltje inschonk. Maar de lucht die Jan meenam was niet bepaald bevorderlijk om gezellig te blijven zitten. Zo’n gast was meestal dan snel vertrokken.

De oorlogsjaren zijn een indrukwekkende periode voor Otterlo en zeker ook voor het Centrum met De Waldhoorn geweest. De Duitsers maakten het Jan echter moeilijk omdat alle sterkedrank vernietigd moest worden. Dat vond Jan ’zund’ en hij bracht zijn voorraad jenever en cognac onder in het kippenhok, de stal en de bedstee! Bijna tot het einde van de oorlog wist men Jan te vinden wanneer iemand iets te vieren had in het dorp. Jan moest ook voor de Duitsers werken en samen met een aantal andere Otterloërs heeft hij bijvoorbeeld een antitankgracht moeten graven bij het kerkhof. Eind 1944 is er geen druppel bier meer te krijgen en wordt het café gesloten. Ook wordt één van de vijf koeien geslacht door de Duitsers, zonder betaling, iets waar Jan zich nog jaren na de oorlog erg kwaad over kon maken!

Op zaterdag 14 april 1945 komen een groep van zo’n vijftien Duitse militairen van de Veldgendarmerie De Waldhoorn binnenvallen. De al ingekwartierde Duitsers moesten verhuizen naar de schuur achter het huis en de nieuw aangekomenen vulden hun strozakken bij boer Gies Bettink tegenover het café. Omdat de Duitsers een mandfles jenever bij zich hadden werd er die avond flink gedronken en was Jan blij dat alles goed afliep, want de spanning over de dingen die gingen komen was duidelijk voelbaar.

Op zondag 15 april 1945 verlaten de Duitsers rond het middaguur snel het café omdat de geruchten dat de Canadezen eraan kwamen sterk toenamen. Op de hooizolder in de schuur vindt Jan een dertigtal achtergelaten karabijnen van de Duitsers. Hij dekt ze toe en levert ze veel later pas in, maar houdt één geweer nog lange tijd in bezit. Aan zuster Geurtje vraagt Jan om vast wat spullen in te gaan pakken want misschien moeten ze zelf ook op de vlucht slaan. Om drie uur die middag gaat Jan de koeien melken en om vier uur installeren de Duitsers een groot kanon op de plek vóór waar nu de slijterij is gevestigd. Om zes uur vuren de Duitsers een zwaar kaliber granaat richting De Houtkamp en treffen een Canadese tank in de Dorpsstraat. De Canadezen vuren terug en raken het dak van het café. Een tweede schot van de Canadezen treft nu dwars door het achterhuis waar de koeien op stal staan. Als een wonder blijven de beesten gespaard.

Foto hieronder: Major-General Bertram Meryl ‘Bert’ Hoffmeister, (15-05-1907 – 04-12-1999). Canada. The Soldiers’ General. Hij was een geweldige persoonlijkheid die altijd direct bij zijn soldaten in de frontlijn meevocht. Tijdens de Slag om Otterlo was hij bijvoorbeeld amper 100 meter van de Waldhoorn in zijn commandopost. Hij was de commandant van de geallieerde troepen die Otterlo bevrijd hebben.

’s Avonds om ongeveer acht uur wordt het kanon met een daverende knal door de Duitsers opgeblazen en verlaten ze het pand. Jan en Geurtje slapen die nacht boven omdat de kelder in een puinhoop is veranderd. Op maandag 16 april rollen de tanks vanaf de Arnhemseweg Otterlo binnen en is Otterlo bevrijd van de Duitsers. De Canadezen en Engelsen worden overal ondergebracht en zo gaat men de nacht in. Maar de echte gevechten moeten nog plaatsvinden en dat gebeurt in de nacht van maandag 16 april op dinsdag 17 april 1945. Vanuit de richting Hoenderloo komt een grote groep Duitsers van 800 tot 1000 man naar Otterlo met als doel dwars door de linie heen te stoten richting de Grebbenberg om zich daar bij de restanten van het Duitse leger te voegen. ’s Nachts om 12.00 uur wordt de wilde aanval door een kleine groep Duitse soldaten onder aanvoering van een fanatieke SS-er ingezet. Het is een complete verrassing voor de Canadezen en Engelsen maar ze herstellen zich snel en letterlijk iedereen wordt gemobiliseerd om aan de gevechten deel te gaan nemen, bijvoorbeeld koks, chauffeurs en administratief personeel die in de voorgaande oorlogsjaren geen wapen in de hand hebben gehad, staan nu met wapens tegenover de Duitsers. Jan Grevers gaat, wanneer het eindelijk omstreeks 07.00 uur rustiger is geworden eerst de koeien melken en neemt daarna een kijkje in de omgeving. In de garage van Van de Brink aan de Arnhemseweg, nu naast de Bakkerij van Waal gelegen, is een noodhospitaal ingericht waar zowel geallieerde als Duitse gewonden worden behandeld. Op het Mosselse pad ziet hij een vrachtwagen staan geladen met dode Duitsers. En vlakbij een verslagen groep krijgsgevangenen die er ontredderd bijzitten. De Waldhoorn is zwaar getroffen maar wordt eerst provisorisch hersteld en in 1949 vindt er een flinke verbouwing plaats. Eind augustus krijgt Jan, via caféhouder Pluim uit Wekerom de kans om aan een paar vaten bier te komen. In een paar uur zijn de vaten leeg maar ‘heel’ Otterlo heeft een geweldig Bevrijdingsfeest achter de rug.

De Waldhoorn gezien vanaf de Arnhemseweg in de jaren vijftig met rechts een Renault 4, een populaire auto uit die tijd. .

  1. De Waldhoorn met links de feestzaal waar heel veel activiteiten in Otterlo zich hebben afgespeeld. Deze foto dateert uit 1970. Nu is in een deel van de feestzaal een fietsenzaak gevestigd.

 In de Bataafs-Franse tijd (1795-1813) was Jan Willemsen van Ee de herbergier van De Waldhoorn. Er stond in die tijd ook een eigen bierbrouwerij in Otterlo. Er zijn documenten die aangeven dat op 25-05-1735 de brouwerij verkocht werd aan Evert Mulder. Karel Mulder was eigenaar van De Roode Lelie verderop in de Dorpsstraat gevestigd. Tot 1893 was hij eigenaar van De Roode Lelie. Vanaf 1893 nam Gerrit Pieterse de zaak over en noemde hij het Café Transvaal.

Bronnen:

  1. Otterlo 855-2005, Eigenzinnig en Verdraagzaam, Piet Hofman, Martin Hijink, GVO grafisch bedrijf bv, Veenendaal,2005.
  2. Otterlo vóór, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, Jan A. Vos, 2016.
  3. Bandopnames van 6 Interviews met Jas Beumer, 1999-2000, Jan A. Vos.
  4. Website: slagomotterlo.nl