Onderduikers

Onderduikers

Onderduikers in Otterlo

 In Otterlo zat onder andere het Joodse gezin van Veen, bestaan de uit vader, moeder en drie kinderen ondergedoken bij de familie Huber. Deze familie dreef een pension. Later gingen ze naar ’t Rieselo. Een familielid van de familie van Veen laat tegen een NSB-er iets over onderduikers in Otterlo vallen en via de politie en Duitsers in Ede komen die in actie om de familie op te pakken. Echter mevrouw van Veen en twee kinderen zijn al opgepakt. Ook twee Joodse onderduikers bij de familie van Dorsen zijn opgepakt. De heer van Veen en zijn zoon Onno zijn echter ontkomen. Via een ondergrondse hut bij De Lindenhof zijn ze later bij de familie Lieftink in Hoenderloo terecht gekomen. De vijf opgepakte Joden zijn via Westerbork naar Auschwitz gebracht en daar omgekomen. Een gedenksteen met de tekst: “Lest we forget Erika, Eddy en Sandra van Veen” bij De Lindenhof herinnert nog aan deze trieste periode. Mevrouw Erika van Veen had twee kinderen bij zich, Sandra (4 jaar) en Eddy (14 jaar).

Foto: Steen met herinnering aan de trieste gebeurtenissen in Otterlo.

Op het pluimveebedrijf van Jan van der Iest zat de Joodse familie Siegel ondergedoken. In zijn boek “Locomotieven trekken wagons, 1933-1945” beschrijft Paul Siegel de geschiedenis van hun onderduikersperiode. Paul Siegel stamde uit Duitsland en was net als Jan van der Iest ook in de pluimveehandel werkzaam geweest. In 1933 werd het klimaat in Duitsland voor de familie Siegel te onaangenaam en kwamen Paul, Emmy zijn vrouw en de drie kinderen Margot, Paul en Ruth naar Nederland. Ze huurden een huis in Oosterbeek en samen met van der Iest zette Paul Sr. Een zogenaamde ‘koosjer’ kippenslachtlijn op. Zij exporteerden aanvankelijk nog naar Duitsland. Kort daarop kwam het gezin Siegel naar Otterlo en gingen zij op de Arnhemseweg 28 wonen, dat is nu ongeveer ter hoogte van De Zanding. In de zomer van 1942 dook de familie Siegel onder en twee en half jaar lang verbleven Margot en Ruth bij de familie van der Iest.

De knecht van de familie van der Iest was Jan van der Meijden, hier op de foto rechts naast van der Iest en die heeft al die tijd ook een belangrijke rol gespeeld bij het verzorgen van de familie. Eerst zaten Paul en Emmy nog apart in Oosterbeek ondergedoken maar toen de Slag om Arnhem afgelopen was moesten zij ook evacueren. Zij kwamen bij van der Iest achter in de tuin in het kippenhok terecht (foto). De zoon Paul werd opgepakt en naar Westerbork gestuurd. Via een ingenieuze truc en hulp van verzetsmensen ontsnapte hij uit Westerbork via België, Frankrijk en Spanje en bereikte in 1944 Palestina. Na de oorlog is de gehele familie Siegel naar Palestina /Israël geëmigreerd. Van het verblijf van deze onderduikersfamilie bij van der Iest waren behalve dokter Beumer, ook de agenten Michels en van Zwetselaar op de hoogte, maar zelfs het dienstmeisje Gerda, verloofde van Jan van der Meijden, in huis bij dokter Beumer wist van niets! Het echtpaar van der Iest kreeg op 18 mei 1973 de Yad Vashem onderscheiding vanuit Israël voor hun hulp, dat heeft Jan van der Meijden echter ook zeker verdient.

Er is nog een Joodse inwoner van Otterlo, namelijk Ernst L.H.I.Meijer, geboren 19 oktober 1917 te  vermelden. Hij was een monteur/radiotechnicus, gevlucht uit Duitsland en kwam op 15 oktober 1940 op het adres Dorpsstraat 15b te wonen. Hij werd opgepakt en bekend is dat hij op 2 mei 1943 in Sobibor in Polen is omgebracht.

In totaal zijn er zes Joodse inwoners van Otterlo omgekomen in de concentratiekampen. Martin Hijink deed een tiental jaren geleden eens onderzoek naar hoeveel Joodse inwoners Otterlo heeft gehad en kwam toen tot 15 namen. Van hen zijn er dus zes omgekomen.

Joden uit Otterlo die hier ondergedoken of gewoond hebben en niet meer terugkeerden uit de concentratiekampen zijn:

Naam:                        Geboortedatum:                     Overleden op:            Plaats:

Ernst L.H.I. Meyer             19-10-1917                          02-05-1943          Sobibor,Polen.

Alice van Veen-Kahn      12-03-1908                        06-03-1944 *)     Auschwitz

Edgar(Eddy) van Veen    14-12-1929                       06-03-1944 *)      Auschwitz

Sandra Joyce van Veen   29-06-1939                        06-03-1944 *)      Auschwitz

Jenny Rosenberg-van Bienen 03-07-1873              11-02-1944          Auschwitz

Joseph Rosenberg                    12-03-1908              14-04-1945          Dachau

*) Moeder en twee kinderen zijn gezamenlijk vermoord op dezelfde dag in Auschwitz (Polen).

In het boek “Ede, 1940-1945” van V.Lagerwij en G.Plekkringa vinden we een aantal Joodse inwoners van Otterlo vermeld. Dat waren:

  1. Stefan Reichsthaler, geboren 14 september 1912. Stateloos en afkomstig uit Neurenberg en komt via Voorburg op 10 september 1940 naar Otterlo. Hij woont op het adres Dorpsstraat 15b. Ook schijnt hij op de Arnhemseweg 30 te hebben gewoond en hij werkte voor de firma van der Berg, een technisch bedrijf. Met een “Ausweis” via de dominee van de Hervormde Kerk verkregen wist hij uit handen van de Duitsers te blijven.
  2. Josef Grosz of Gross, geboren op 16 april 1881 ontvluchtte Duitsland op 16 februari 1939 en woonde in 1943 in de Dorpsstraat 19. In juni 1940 werd hij even vastgehouden met vijf andere Duitse vluchtelingen, maar korte tijd later alweer vrijgelaten. Zijn kinderen hebben hem financieel ondersteund.

Een inwoner van Otterlo die in Duitsland tewerk was gesteld en tijdens een razzia was opgepakt, heette Reijer Scheperkamp. Hij werkte bij de ENKA in Ede en moest via de ‘Arbeitseinsatz’ in een Duitse wagonfabriek gaan werken. Hij kreeg daar tuberculose en mocht naar huis, maar het was al te laat. Hij overleed na drie maanden op bed te hebben gelegen op 16 juli 1944 in Otterlo.

Een geval apart was de ontsnapping van de Airborne divisiearts Colonel Graeme Warrack die in de Willem III kazerne in Apeldoorn als krijgsgevangene opgesloten zat en hij wist te ontsnappen uit die kazerne en vluchtte naar Otterlo en werd daar ondergebracht bij de familie Kröner. Hij overleefde de oorlog als onderduiker. Er zaten zeker nog zo’n 40 tal parachutisten in de omgeving van Otterlo en Ede. Een bekende naam uit die tijd was die van de leider van de ondergrondse activiteiten Pieter Kruijff, alias “Piet van Arnhem”. Samen met de bekende “Bill” Wildeboer uit Ede en een groep medewerkers hielden zijn controle over een groot netwerk van schuilplaatsen zoals hooizolders, schaapskooien en afgelegen schuren. Waar kwamen die parachutisten vandaan? Na de Slag om Arnhem waren ze gevlucht in de bossen rond Ede en Otterlo. Zij werden soms gevangen genomen en bijvoorbeeld vaak i de Willem III kazerne in Apeldoorn opgesloten. Van daaruit ontsnapten ze, maar ook uit ziekenhuizen of uit de vrij primitieve interneringskampen in Stroe of Harskamp. Heel veel dank is men verschuldigd aan gewone mensen zoals “ oom Aart” en “tante Mien” Roelofsen van de boerderij “Het Nieuwe Erf” in Lunteren of Kees Mulder die vooral de gevaarlijke overtochten over de Rijn naar bevrijd gebied organiseerde.

In het onderstaande verbindingsschema  van de inlichtingendienst van de verzetsbeweging Apeldoorn ziet u hoe de lijnen lopen die de verschillende verzetsgroepen met elkaar verbinden en voor die communicatie hebben vele gewone mensen meerdere malen hun leven gewaagd! Opvallend is dat kleinere plaatsen als Posterenk, Ugchelen, Hoenderloo en Velp zo’n centrale rol hebben gespeeld. Men viel dan minder op dan in de grote steden. De koeriersdiensten werden tweemaal per week uitgevoerd.

Foto 14:  Bonkaarten met een origineel krantenbericht uit de oorlogstijd waarin aanwijzingen voor de mensen stonden. Deze bonkaarten waren een erg geliefd object voor overvallen op distributiekantoren in de oorlogstijd, bijvoorbeeld om vooral ook onderduikers en verzetsmensen van bonnen te kunnen voorzien.

Waar betaalde men mee in de oorlogstijd?

Hieronder enkele voorbeelden van papiergeld waarmee in de oorlog in Nederland, Duitsland en België werd betaald (Foto 15, 16 en 17).

Einde van de oorlog

Eindelijk waren de mensen in Nederland na 5 jaar van het Duitse juk bevrijd. Niet algemeen bekend is bijvoorbeeld het feit dat ongeveer 500 Duitsers in die tijd omgekomen zijn bij het ruimen van mijnen en andere explosieven in Nederland. De meeste krijgsgevangenen (=POW-ers) werden naar Duitsland vervoerd en de gehate Hollandse SS-ers werden in het kamp in Harskamp ondergebracht. Op de Duitse Begraafplaats in Ysselsteyn liggen de meeste Duitse militairen die in Nederland gesneuveld zijn, namelijk ruim 31.700 man.

Bron: Boek: Otterlo voor, tijdens en na de Tweede Wereldoorlog, Jan A. Vos, 2016, 2de druk.